INSTRUCTIEHANDLEIDINGNEDERLANDSDeze instructiehandleiding is van kracht met ingang van augustus 2004. Voor informatie over het gebruik van de camera m
10 Voor gedetailleerde informatie worden tussen haakjes referentiepaginanummers gegeven (p.**). Namen van onderdelenDIGITAL-aansluitbus (p. 117)VIDEO
100U kunt instellen hoe lang de opname moet worden weergegeven op het LCD-scherm nadat deze is gemaakt. Als u wilt dat de camera de opname blijft weer
101Verticale opnamen kunnen automatisch worden geroteerd zodat ze tijdens het afspelen rechtop worden weergegeven.1Selecteer [Beeldomkeren].¡ Draai he
102U kunt de helderheid van het LCD-scherm aanpassen en u kunt daarbij kiezen uit vijf niveaus.1Selecteer [LCD Helderheid].¡ Draai het instelwiel <
103Elke willekeurige opgeslagen afbeelding kan worden geselecteerd voor weergave. U kunt een enkele opname, opname-informatie, een index of een vergro
Opnameweergave104HistogramEen histogram is een grafische weergave die de helderheid van de afbeelding aangeeft. De horizontale as geeft het helderheids
105OpnameweergaveEr worden negen miniatuurafbeeldingen op het scherm weergegeven.1Stel de camera in voor opnameweergave.¡ Druk op de knop <x>.s
Opnameweergave106Opnamen kunnen 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot op het LCD-scherm.1Geef opname weer.¡ Geef de afbeelding alleen of met opname-infor
107OpnameweergaveBij de weergave van een enkele opname, van een opname met opname-informatie, van een index of van een vergrote opname, kunt u vooruit
Opnameweergave108U kunt de opnamen op de CF-kaart weergeven in een automatische diapresentatie. Elke opname wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.1Sel
109U kunt een opname 90° of 270° rechtsom draaien. Opnamen worden dan in de correcte richting weergegeven als u ze bekijkt.1Selecteer [Roteren].¡ Draa
11 Namen van onderdelenStatiefhouderDeksel batterijcompartiment (p. 20)Ontgrendelknop batterijcompartiment (p. 20)<9> Multifunctionele knop
110Als u de camera op een televisie aansluit met de meegeleverde videokabel, kunt u de opnamen bekijken op een televisie. Schakel de camera en de tv a
111Voorkomt dat de opname per ongeluk wordt gewist.1Selecteer [Beveilig].¡ Draai het instelwiel <5> om [x Beveilig] te selecteren en druk vervol
112U kunt afbeeldingen één voor één wissen, maar u kunt ook alle afbeeldingen op een CF-kaart tegelijk wissen. Beveiligde afbeeldingen kunnen niet wor
113LOpnamen wissen1Geef de opname weer.¡ Druk op de knop <x>.2Geef het wismenu weer.¡ Druk op de knop <L>.s Het wismenu verschijnt onder i
114Formatteer de CF-kaart voordat u deze in de camera gaat gebruiken.Als u een CF-kaart formatteert, wordt alles op de kaart gewist. Zelfs beveiligde
1158Rechtstreeks afdrukkenvanaf de cameraU kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een printer en de opnamen in de CF-kaart afdrukken. In dit hoofds
116U voert de procedure voor rechtstreeks afdrukken helemaal uit via het LCD-scherm van uw camera.Stel in het menu de optie [c Communicatie] in op [PT
117Het afdrukken voorbereiden3Sluit de camera op de printer aan.¡ Raadpleeg de tabel (Printers en kabels) hieronder om de juiste kabel te selecteren o
Het afdrukken voorbereiden1186Geef de opname weer.¡ Druk op de knop <x>.sDe opname wordt weergegeven en een van de drie pictogrammen <w, A of
119De instellingsopties variëren afhankelijk van de printer. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar. Raadpleeg de instructiehandleiding b
Namen van onderdelen 12 LCD-paneel Bij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie van toepassing zijn.DiafragmaAF-pu
wAfdrukken met PictBridge120¡ Draai het instelwiel <5> om het papierformaat te selecteren dat in de printer is geplaatst en druk op <0>.s
121wAfdrukken met PictBridgeLayout4Stel de andere opties in.¡ Indien gewenst kunt u ook het afdrukken van de datum <H>, de afdrukeffecten <E&
wAfdrukken met PictBridge1225Start het afdrukken.¡Draai het instelwiel <5> om [Print] te selecteren en druk vervolgens op <0>.s Het afdruk
1231Selecteer de opname die moet worden afgedrukt.¡ Controleer of linksboven op het LCD-scherm het pictogram <A> wordt weergegeven.¡ Draai aan h
AAfdrukken met CP Direct1244Stel de opties in zoals gewenst.¡ Stel [Beeld], [Randen] en [Datum] in zoals gewenst.¡ Draai aan het instelwiel <5>
125AAfdrukken met CP Direct6Stel de instelling voor afstellen in.¡ Stel deze in zoals u dit wenst.¡ Zie pagina 129 voor informatie over bijsnijden.7St
1261Selecteer de opname die moet worden afgedrukt.¡ Controleer of linksboven op het LCD-scherm het pictogram <S> wordt weergegeven.¡ Draai aan h
127SAfdrukken met Bubble Jet Direct4Stel de opties in zoals gewenst.¡ Draai aan het instelwiel <5> om het menu-item te selecteren en druk vervol
SAfdrukken met Bubble Jet Direct1287Start het afdrukken.¡ Draai het instelwiel <5> om [Print] te selecteren en druk vervolgens op <0>.s He
129U kunt de afbeelding bijsnijden en alleen het bijgesneden gedeelte afdrukken alsof de afbeelding opnieuw is samengesteld.Snijd de afbeelding bij vl
13 Namen van onderdelen Zoekerinformatie Bij werkelijk gebruik worden alleen de symbolen weergegeven die in die situatie van toepassing zijn.Deelmeet
Het bijsnijden (afstellen) instellen1303Sluit het menu af.¡ Druk op <0>.s Het scherm met afdrukinstellingen verschijnt weer.s Linksboven ziet u
1319DPOF: Digital PrintOrder FormatMet DPOF (digitaal printvolgordeformaat) kunt u de camera gebruiken om aan te geven welke en hoeveel opnamen van de
132Stel het afdruktype, het afdrukken van de datum en het bestandsnummer in. De afdrukinstellingen worden toegepast op alle opnamen die zijn geselecte
1333 Afdrukopties4 Sluit het menu af.¡ Druk op de knop <M>.s Het scherm met afdrukopties verschijnt weer.¡ Selecteer vervolgens [Opdracht] of [A
3 Afdrukopties1341Selecteer [Opdracht].¡ Draai aan het instelwiel <5> en selecteer [Opdracht] en druk vervolgens op <0>.s Het opdrachtsche
1353 AfdrukoptiesVoor [Index]¡ Als u de afbeelding wilt opnemen in de indexprint, schakelt u het selectievakje <X> in. Wilt u dit niet, schakel
3 Afdrukopties136De afdrukopdracht kan ook worden ingesteld of geannuleerd voor alle afbeeldingen op de CF-kaart. Voor alle standaardafbeeldingen word
137Met een printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u gemakkelijk afbeeldingen afdrukken met DPOF.1Bereid het afdrukken voor.¡Zie “D
3 Rechtstreeks afdrukken met DPOF138ACP Direct / SBubble Jet Direct¡ Stel [Stijl] in. (p.123/126)5Start het afdrukken.¡Draai aan het instelwiel <5&
13910De camera aanpassen aan uwpersoonlijke voorkeurenU kunt verschillende functies van de camera aanpassen zodat deze volledig is afgestemd op uw per
Namen van onderdelen14ProgrammakeuzewielHet programmakeuzewiel is ingedeeld in twee functiezones.BasisgebruikStandaardgebruikCreatiefgebruikVolautomat
1401Selecteer [Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)]. ¡Draai aan het instelwiel <5> en selecteer [c Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] en druk vervolgens o
1413 Instellingen persoonlijke voorkeurenNC.Fn-01 Set knopfunc.bij fotograferenU kunt de functie veranderen die aan <0> is toegewezen. Met C.Fn-
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN142C.Fn-04 Sluiter/AE vergrendelknop0: AF/AE vergrendel1: AE vergrendel/AFDit komt van pas als u apart wilt sch
1433 Instellingen persoonlijke voorkeurenNC.Fn-07 FlitsenU kunt de ingebouwde flitser, het externe Speedlite en flitsers van andere merken gebruiken die
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN144C.Fn-10 Ingespiegeld display0: Aan1: UitHet AF-punt in de zoeker gaat niet rood knipperen. Dit wordt aanbevo
1453 Instellingen persoonlijke voorkeurenNC.Fn-14 E-TTL II 0: MeervlaksVolautomatische flitsfotografie onder alle omstandigheden, van weinig licht tot fl
3 Instellingen persoonlijke voorkeurenN146C.Fn-17 Lens AF stopfunktie knop0: AF stop1: AF startAF werkt alleen als de AF-stopknop wordt ingedrukt. Wan
14711ReferentieMet behulp van dit hoofdstuk leert u de camera beter kennen. Het bevat informatie over de functies van de camera en over systeemaccesso
148o: Automatisch ingesteld k: Door gebruiker in te stellenTabel met functiemogelijkhedenkoooooookkoooooookkoooooookkoooooookkoooooookoooooookkkkkkkkk
149Tabel met functiemogelijkheden(In Creatief gebruik-modi)* Als de focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op <MF>, wordt AE-vergrendelin
15Namen van onderdelenBatterijoplader CG-580Dit is een batterijoplader (p.18)Batterijoplader CB-5LDit is een batterijoplader (p.18)Batterijcompartimen
150Raadpleeg eerst de Handleiding Problemen oplossen wanneer een probleem optreedt.¡ U gebruikt de verkeerde batterij.s Laad uitsluitend batterijen op
151Handleiding Problemen oplossen¡ Automatisch uitschakelen is geactiveerd.s Druk de ontspanknop half in. Als u niet wilt dat de camera zichzelf uitsc
Handleiding Problemen oplossen152¡ De focusinstellingsknop van de lens is ingesteld op <MF>.s Stel de focusinstellingsknop op de lens in op <
153Als er een camerafout optreedt, verschijnt “Err xx” op het LCD-paneel. Volg de onderstaande instructie om een oplossing te vinden voor de respectie
154Belangrijkste accessoires (optioneel)Batterij BP-511ASecundaire lithium-ion batterij met hoge capaciteit.AC-adapterset ACK-E2Stroombronset (AC-adap
155Belangrijkste accessoires (optioneel)Macro Ring LitesDe Macro Lites uit de EX-serie (twee modellen) zijn ideaal voor close-upflitsfotografie. U kunt
156SysteemoverzichtSemi-harde cameratas EH-17LOculairdop EbRubberframe EbOculairverlengstuk EP-EX15Hoekzoeker CCR2016 lithiumbatterij voor datum/t
157SysteemoverzichtGegevensverificatieset DVK-E2 (ver. 2.1)Bubble Jet Direct- en PictBridge-compatibele printersCP PrinterEF-lenzenAfstandsbediening
158•TypeType: Digitale, spiegelreflex-, AF/AE-camera met ingebouwde flitser en enkele lensOpnamemedia: CF-kaart type I of type II* Compatibel met Microd
159Specificaties• WitbalansType: Auto, daglicht, schaduw, bewolkt, gloeilamp, TL, flits, aangepast, kleurtemperatuurinstelling.Automatische witbalans:A
16¡De pictogrammen en markeringen die in deze handleiding verwijzen naar knoppen, instelwielen en instellingen op de camera corresponderen met de pict
Specificaties160AF-hulplicht: Ingebouwde flits gaat geregeld afEffectief bereik: Ongeveer 4,0 m gecentreerd, ongeveer 3,5 m in periferie• BelichtingLic
161Specificaties• Externe SpeedliteVoor EOS geschikte Speedlite:Automatische E-TTL II-flitsopamen met Speedlite uit de EX-seriePC-aansluitbus: Ingebouw
Specificaties162• StroombronBatterij: Een batterij BP-511A, BP-514, BP-511 of BP-512. * wisselstroom kan ook worden geleverd met de gelijkstroomkoppel
163SpecificatiesLengte netsnoer: Circa 1,8 meterOplaadtijd: BP-511A, BP-514: Ongeveer 100 min.BP-511, BP-512: Ongeveer 90 min.Nominaal ingangsvermoge
164Bij dit produkt zijn batterijengeleverd. Wanneer deze leegzijn, moet u ze niet weggoolenmaar inleveren als KCAH41.book Page 164 Tuesday, August 1
165IndexAaan-/uitschakelaar ...16, 26aantal afdrukken ...134aantal exemplaren ...124, 127aantal
166Indexflits ...92, 97, 98flitsbelichtingscompensatie ...96, 97flitsbelichtingsvergrendeling ...95, 97flitser uit
167Indexopnamemenu ...29, 31opnamemodus ...14opnamen zonder kaart ...25opnamespron
INSTRUCTIEHANDLEIDINGNEDERLANDSDeze instructiehandleiding is van kracht met ingang van augustus 2004. Voor informatie over het gebruik van de camera m
171Aan de slagDit hoofdstuk legt een aantal voorafgaande stappen en de basisbediening van de camera uit.De riem bevestigenHaal het einde van de riem v
18Raadpleeg de instructies voor batterij BP-511A voor gedetailleerde informatie over de batterij.1Verwijder het deksel.¡ Plaats het deksel terug wanne
19Opladen van de batterij¡ De nummers en markeringen op de batterijoplader komen overeen met de tabel links.OplaadniveauRode lamp0-50%Knippert eenmaal
2 Bedankt voor het kopen van een Canon-product. De EOS 20D is een hoogwaardige digitale AF-spiegelreflexcamera met een grote CMOS-sensor met 8,20 mega
20Plaats een volledig opgeladen BP-511A-batterij in de camera.1Open het deksel van het batterijcompartiment.¡ Schuif de hendel in de richting van de p
21Installeren en verwijderen van de batterijLevensduur batterij [aantal opnamen]¡ De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen BP-
22Met de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel) kunt u de camera aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u het batterijniveau niet in de
231Verwijder de doppen.¡ Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting van de pijl.2Plaats de lens.¡ Plaats de
24De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (optioneel).Hoewel de dikte verschillend is, kunt u een CF-kaart type I of type II in de camera plaatsen.
25Installeren en verwijderen van de CF-kaart1Open het deksel.¡ Zet de schakelaar <4> op <2>.¡ Controleer of het bericht “buSY” niet op het
26De camera werkt alleen als de schakelaar <4> is ingeschakeld.<2>: De camera is uitgeschakeld en werkt niet.<1>: De camera werkt. &
27BasisgebruikHet instelwiel <6> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen.(1)Druk op een knop en draai aan het instelwiel <6>.Wannee
Basisgebruik28Het instelwiel <5> wordt vooral gebruikt voor opname-instellingen en het selecteren van LCD-monitoritems. Zet de <4>-schakel
29Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals opnamekwaliteit, bewerkingsparameters, datum/tijd, persoonlijke voorkeuren, en
3 Controleer of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. *Bewaar bovengenoemde
Menugebruik301Het menu weergeven.¡ Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. Om het menu weer af te sluiten, drukt u nogmaals op de knop.2S
31Menugebruik<z> Opnamemenu (rood)<x> Weergavemenu (blauw)<c> Instellingenmenu (geel)¡ De grijze menu-items worden niet weergegeven
Menugebruik32¡ Als u gebruikmaakt van het LCD-scherm, kunt u het instelwiel <5> gebruiken, zelfs als de schakelaar <4> op <1> staat.
33De interfacetaal van het LCD-scherm kan op een van de twaalf talen worden ingesteld.1Selecteer [Taal].¡ Draai aan het instelwiel <5> en select
34Stel de datum en de tijd in zoals hierna beschreven.1Selecteer [Datum/Tijd].¡ Draai aan het instelwiel <5> en selecteer [c Datum/Tijd] en druk
35De datum/tijd-batterij (back-up) onderhoudt de datum en tijd van de camera. De levensduur van de batterij is ongeveer 5 jaar. Als de datum/tijd word
36De beeldsensor is te vergelijken met de film in een gewone filmcamera. Iedere vorm van stof of vreemde deeltjes die op de beeldsensor achterblijven, k
373 Reinigen van de CMOS-sensorN4Reinig de beeldsensor.¡ Gebruik een blaasbuisje om stof, etc. op het oppervlak van de beeldsensor voorzichtig te verw
38Door de diopter aan te passen aan uw gezichtsvermogen, zal het zoekerbeeld zelfs zonder bril scherp zijn. Het aanpasbare diopterbereik van de camera
392VolautomatischeopnamenIn dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de Basisgebruik-modi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor het snel en eenvoud
4 1234 Inleiding Controlelijst onderdelen...3Tips en waarschuwingen
40U hoeft alleen maar te richten en de ontspanknop in te drukken. Alles gaat automatisch en u kunt elk onderwerp dus eenvoudig vastleggen. De camera b
411Volautomatisch gebruiken5Maak de opname.¡ Stel de opname samen en druk de ontspanknop helemaal in.sDe opname wordt ongeveer 2 seconden op het LCD-s
42Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past en de camera wordt automatisch ingesteld voor het beste resultaat.Met deze opnamestand wordt de
43Basisgebruik-modiGebruik deze opnamestand wanneer u bij snelbewegende onderwerpen de actie wilt vastleggen.¡Eerst volgt de camera het onderwerp met
44Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. U kunt de zelfontspanner gebruiken in alle Basisgebruik- of Creatief gebruik-modi.1Druk op
453Opname-instellingenIn dit hoofdstuk worden de instellingen voor digitale opnamen uitgelegd voor de opnamekwaliteit, de ISO-waarde, de witbalans, de
46In de modi 73/83/74/84/76/86 worden opnamen gemaakt in de algemeen gebruikte JPEG-indeling. In de modus 1 moet de afbeelding worden bewerkt met de m
473 Opnamekwaliteit instellenAfbeeldingen in RAW-indeling moeten nog worden nabewerkt op een pc. Hiervoor is enige kennis vereist, maar de benodigde s
3 Opnamekwaliteit instellen48Het maximumaantal opnamen bij continu-opname is afhankelijk van de opnamekwaliteit. Hieronder is (bij benadering) voor el
49De ISO-waarde is een numerieke indicatie van de lichtgevoeligheid. Een hogere ISO-waarde betekent een grotere lichtgevoeligheid. Een hoge ISO-waarde
5 Inhoudsopgave 89 10 11567 Een niet-gecentreerd onderwerp scherpstellen...69Als autofocus niet werkt (ha
50Bij de instelling <Q> zal doorgaans automatisch de optimale witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kle
51Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat als basis wordt gebruikt voor de instelling van de witbalans. Wanneer u deze opname se
3 Aangepaste witbalansN52¡ Als u bij stap 3 een onder- of overbelichting hebt bereikt, kan dit een incorrecte witbalansinstelling tot gevolg hebben.¡
53U kunt de standaardkleurtemperatuur van de witbalansinstelling corrigeren. Deze correctie heeft hetzelfde effect als het gebruik van kleurtemperatuu
54Het is mogelijk drie opnamen met een verschillende kleurtoon in één keer op te nemen. De opname wordt niet alleen opgeslagen met de standaardkleurte
553 Automatische reeksopnamen op basis van de witbalansN4Maak de opname.sAls B/A-reeksopnamen zijn ingesteld, worden de drie afbeeldingen in deze volg
56De kleurruimte verwijst naar het bereik van reproduceerbare kleuren. Met deze camera kunt u de kleurruimte voor opnamen instellen op sRGB of Adobe R
57De vastgelegde afbeelding kan worden bewerkt om deze levendiger en scherper te maken of juist te verzachten. De bewerkingsparameter kan worden inges
58De door u gemaakt opname kan automatisch door de camera worden bewerkt overeenkomstig de geselecteerde parameterinstellingen (telkens vijf instellin
593 Een bewerkingsparameter instellenNAls u opnamen maakt met de bewerkingsparameter ingesteld op zwart-wit, worden de opnamen op de CF-kaart verwerkt
6 Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur
3 Een bewerkingsparameter instellenN60Het effect van het gebruik van filters voor zwart-wit film kan ook worden bereikt met digitale afbeeldingen. Een k
61De bestandsnummers zijn vergelijkbaar met de beeldnummers op een film. Er zijn twee methoden voor bestandsnummering: [Continu] en [Auto reset]. De op
62Wanneer de camera gereed is voor opname, drukt u op de knop <B> om de huidige camera-instellingen op het LCD-scherm te bekijken.De camera-inst
634AF-, lichtmeet- entransportmodi instellenDe zoeker beschikt over negen AF-punten. Door het optimale AF-punt te kiezen, kunt u opnamen met autofocus
64De AF-modus is de methode voor automatische focus. De camera heeft drie AF-modi. One-Shot AF is geschikt voor niet-bewegende onderwerpen, terwijl AI
65f De AF-modus selecterenNDoor de ontspanknop half in te drukken activeert u de AF-functie en wordt de focus eenmaal ingesteld.sHet AF-punt waarop wo
f De AF-modus selecterenN66* Anticiperende AFAls het onderwerp zich met een constante snelheid naar de camera toe of van de camera af beweegt, blijft
67Het AF-punt wordt gebruikt om scherp te stellen. Het AF-punt kan automatisch door de camera worden geselecteerd of handmatig door u.Automatische AF-
SAF-punt selecterenN68¡ Druk op <S> en draai aan het instelwiel <6> of <5>.¡Als u het instelwiel draait, worden de AF-punten geselec
69Nadat u hebt scherpgesteld, kunt u de focus vergrendelen op een onderwerp en de opname opnieuw samenstellen. Deze techniek noemt men “focusvergrende
7 • Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raak deze dan niet aa
70Met autofocus lukt het niet altijd om het onderwerp scherp te stellen (het focusbevestigingslampje <o> knippert) bij de volgende onderwerpen:O
71De camera heeft drie lichtmeetmodi: evaluatieve lichtmeting, deelmeting en gemiddelde meting met nadruk op het midden. Bij de Basisgebruik-modi word
72De camera heeft transportmodi voor enkele opname en continu-opname. In de Basisgebruik-modi wordt de optimale transportmodus automatisch ingesteld.1
735Geavanceerd gebruikMet de Creatief gebruik-modi kunt u de sluitertijd of diafragmawaarde instellen om het gewenste resultaat te krijgen. U hebt de
74Evenals de modus <1> (volautomatisch), betreft het hier een algemene modus voor het maken van opnamen. De camera stelt automatisch de sluitert
75d AE-programma¡Als “30"” en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser.¡
76In deze modus stelt u de sluitertijd in en kiest de camera automatisch de diafragmawaarde die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-
77s AE-sluiterprioriteit¡ Wanneer de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een lang
78In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en kiest de camera automatisch de sluitertijd die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet
79f AE-diafragmaprioriteit¡ Als de “30"”-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <6> om een groter
8 Behandelen van de camera ¡ Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken. ¡ De ca
80In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik de aparte
81a Handmatige belichting5Stel de belichting in.¡ Controleer het belichtingsniveau en stel de sluitertijd en het diafragma in.6Maak de opname.: Standa
82Met deze modus verkrijgt u automatisch een bredere scherptediepte tussen een onderwerp dat zich dichtbij bevindt en een onderwerp dat zich verderaf
83Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling te wijzigen die is ingesteld door de camera. U kunt het beeld lichter (ve
84Als de sluitertijd of het diafragma automatisch worden gewijzigd, wordt het belichtingsniveau gewijzigd tot ±2 stappen met tussenstappen van 1/3 voo
853 Reeksopnamen met automatische belichting (AEB)N¡ Volg stappen 1 en 2 om de AEB-waarde in te stellen op <>.¡ AEB wordt ook automatisch geannu
86Met AE-vergrendeling kunt u de belichting op een plaats vergrendelen die afwijkt van het focuspunt. Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u d
87Als bulb is ingesteld, blijft de sluiter open terwijl u de ontspanknop volledig indrukt, en wordt deze gesloten als u de ontspanknop los laat. Dit w
88Het opklappen van de spiegel is mogelijk als C.Fn-12 [Spiegel opklappen] is ingesteld op [1: Activeren] (p.144). De spiegel kan worden opgeklapt ona
89Het LCD-paneel is voorzien van verlichting.Elke keer dat u op de knop <U> drukt, wordt de verlichting van het LCD-paneel in- (9) of uitgeschak
9 Tips en waarschuwingen voor het gebruik LCD-paneel en LCD-scherm ¡ Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99
90U kunt de pieptoon uitzetten zodat u deze niet hoort in een opnamemodus.1Selecteer [Pieptoon].¡ Draai het instelwiel <5> om [z Pieptoon] te se
916FlitsfotografieDe ingebouwde flitser of een speciale EOS Speedlite uit de EX-serie maken automatische E-TTL II-flitsopname mogelijk (evaluatieve flits
92Met automatische E-TTL II-flits worden uiterst nauwkeurige en consistente flitsopnamen verkregen.Indien noodzakelijk komt de ingebouwde flitser automat
93Het gebruik van de ingebouwde flitserBereik van de ingebouwde flitserMet EF-S17-85mm f/4-5,6 IS USM [m]ISO-waarde Groothoek: 17 mm Zoomlens: 85 mm10
Het gebruik van de ingebouwde flitser94Als er wordt geflitst in een omgeving met weinig licht, kunnen de ogen van het onderwerp op de foto rood zijn. “
95Het gebruik van de ingebouwde flitserFlitsbelichtingsvergendeling zorgt voor een correcte flitsbelichting en vergrendelt deze waarde voor ieder deel
Het gebruik van de ingebouwde flitser96Net als bij de gewone belichtingscompensatie kunt u ook een belichtingscompensatie voor flitslicht instellen. U
97Met de voor speciale EOS Speedlite-flitsers uit de EX-serie is flitsfotografie net zo eenvoudig als het maken van normale opnamen. De hieronder beschre
Externe EOS-Speedlites gebruiken98¡ Wanneer u een externe Speedlite gebruikt, duwt u de ingebouwde flitser naar beneden voordat u de externe Speedlite
997OpnameweergaveIn dit hoofdstuk worden opnameweergavehandelingen uitgelegd, zoals hoe vastgelegde opnamen kunnen worden bekeken en gewist en hoe de
Komentáře k této Příručce